Wat krijg je als je iemand met autisme op een fiets zet en hem op pad stuurt naar het einde van de wereld?
Het klinkt als het begin van een goeie grap. En grappig was het ook wel. Als exposure therapy voor mijn bizarre angsten, fietste ik van december tot februari 3500 km, van Santiago in Chili tot Ushuaia in Arengtinië, de zuidelijkste stad van Zuid-Amerika
Mijn avontuur begon al in juli, weliswaar niet al fietsend. Ik nam met mijn vriendin het vliegtuig naar Guatemala en we reisden in vijf maanden tijd helemaal tot Santiago in Chili. Het was een heel avontuur, van hiken in de Andes, verdwaald geraken in de jungle, tot ceremonies met de psychedelische plant Ayahuasca in de Amazone.
Dit was best al een goeie test voor mijn autisme. Gelukkig had ik, zoals elke superheld, een ideale handlanger: mijn vriendin. Daar waar ik een overmatige dwang tot structuur had, deed de minste vorm van plannen haar maag draaien. Al kon het ook reizigersdiarree geweest zijn. Als ik weer eens met rampscenario's in mijn hoofd zat, wist zij mij er snel uit te halen. Maar in december nam zij het vliegtuig vanuit Santiago terug naar België, en liet ze deze arme autist helemaal aan zijn lot over. Ik moest die belachelijke ideeën in mijn hoofd vanaf nu zelf gaan managen.
Ik heb dat woord ‘autisme’ nu al een paar keer gebruikt, maar wat is dat nu precies? Een hekel hebben aan sociaal contact, bij de minste overprikkeling al gillend de kamer uitlopen, geen gevoelens hebben, … Nee, dat is het niet. Autisme is, in mijn perceptie, een gebrek aan automatisatie in de hersenen. Daar waar neurotypische mensen meteen in hun denken van A naar Z gaan, bezoek ik ook nog de letters B, C, D, E, enzovoort. Ik hou van tussenstopjes, misschien moet ik wel voor de NMBS gaan werken.
“Mensen met autisme hebben soms moeite met centrale coherentie, met ‘het geheel te zien’.”
Soms is dat handig, want veel denkfouten zijn er zo niet. Maar in situaties waar er snel moet worden gereageerd, denk aan sociale situaties, is er niet altijd de tijd om een boemeltrein te nemen. Dit verklaart ook waarom mensen met autisme soms moeite hebben met centrale coherentie, zeg maar ‘het geheel zien’. Dit gebeurt niet automatisch.
Maar dus, ik kocht een fiets in Santiago, en daar begon de neurose al. Santiago is een verschrikkelijk drukke stad en ik wilde daar zo snel mogelijk weg. Dus uiteraard heb ik een week lang zitten overanalyseren welke fiets ik zou kopen. Uiteindelijk nam ik toch een fiets en vertrok. De eerste fietsdag werd meteen overladen met prachtige natuur. Alleen heb ik er jammer genoeg niet veel van gezien. Ik was immers met veel belangrijkere zaken bezig in mijn hoofd. Of ik op tijd op mijn kampeerplaats zou geraken, bijvoorbeeld.
Straf. Ik had nog niet veel kampeerervaring en wilde absoluut niet wildkamperen, ik wilde naar een grote camping zodat ik andere mensen kon vinden om mijn werk te doen. Eens ik, na mijn heroïsche queeste, daar uiteindelijk was aangekomen, bleek ik er helemaal alleen te zijn.
De eerste weken had ik veel nood aan structuur, gezien mijn hersenen meestal geen zin hadden om die automatisch voor mij te genereren. Ik wilde elke dag vooraf weten waar ik zou slapen, en wanneer ik daar zou toekomen. Achteraf gezien best onredelijk, aangezien mijn fiets in twee brokken kon liggen, de wind soms 150 km per uur kon gaan, of ik gewoon zo dom kon zijn om 80 km verkeerd te rijden.
De eerste weken fietste ik in hoog tempo door. Ik had mijn vriendin immers beloofd eind januari terug te keren. Tot op een dag mijn fiets het volledig begaf, en ik de grens overmoest om een vervangstuk te gaan zoeken. Dit was uiteraard niet naar mijn zin, want zo zou ik nooit op tijd in Ushuaia geraken.
Zouden vliegtuigen niet in februari vliegen? Zou men mij in België zo hard missen met de onmiddelijke dood tot gevolg? Het enige effect dat al die ‘rushing’ op mij had, was dat het mij wegnam van het hier en nu. Als je een liedje beluistert, zit je toch ook niet manisch te wachten op de eindnoot?
Uit mijn ervaring is het advies dat elke net afgestudeerde psycholoog meegeeft als ze een autist over de vloer krijgt: “Maak een vaste planning jongen, dat geeft je rust.” En dat gaat zo ver dat ze je aanraden om te plannen wat je ’s ochtends op je boterham zal eten. Ik wou dat dit een mop was.
Van het moment dat je iets inplant, wil je iets in de toekomst, creëer je een gebrek, en krijg je een gedachtenproces van continu te monitoren of je dat zal lukken. Als je daarentegen niets plant, wil je niks specifiek, maar dan moet je ook wel accepteren dat alles kan gebeuren.
Dat is op zich een iets logischere aanpak. Het universum kan in miljarden verschillende scenario’s vertakken, wat is de kans dat het juist degene is die jij in je hoofd hebt? Het kost ontzettend veel energie om dat te bewerkstelligen, terwijl je blind bent voor andere mogelijkheden die misschien veel gemakkelijker gaan.
De laatste maand van mijn avontuur begon ik te merken hoezeer ik was veranderd. Ik haaste mij niet meer, waar ik de volgende nacht zou slapen, kon mij weinig schelen, en als iets echt onverwacht gebeurde, kreeg ik zelfs zin in de nieuwe uitdaging. Ik voelde mij ook zo dankbaar voor het feit dat ik dit kon doen, en dat ik mensen had om te missen.
Op 13 februari, twee weken ‘over tijd’, was het uiteindelijk zover, en nam ik het vliegtuig terug naar België. De Belgische bodem voelde wat vreemd aan. Het was alsof ik alles en iedereen voor de eerste keer zag. Ik deed mijn kleerkast open en dacht: “Wie is die persoon met die tien truien?” Ik had immers een half jaar twee verschillende outfits aangehad. Ik fietste door Gent en genoot ervan met volle teugen, maar zag hoe de anderen zich zo aan het haasten waren.
Het voelde alsof iedereen in een collectieve neurose zat, en ik vanop de zijlijn was aan het toekijken. Ik bemerkte hoe mijn vroegere automatische gedachten opkwamen, maar ik er niet door werd meegesleept. Hoe ik vroeger als een kip zonder kop bezig was, en hoe slecht dit was voor mijn gezondheid.
Één iets is zeker, dit fietsavontuur heeft mij enorm geholpen. En je moet geen autisme hebben, noch een hippie zijn, om hier baat bij te hebben. Ieder van ons zit wel eens in z’n eigen vorm van neurose. En dat is begrijpelijk, het betekent dat we dingen hebben waar we om geven. We zijn dagelijks zo bezig met onze toekomst te plannen, met vanalles en nog wat omdat we gelukkig willen zijn. Ook al zien we het zelden, het geluk staart ons op ieder moment recht in de ogen.